Dagtrekking Pai
BlogHet noorden van Thailand leent zich uitstekend voor een trekking door de groene bergen. Vanuit Chiang Mai zit je zo in de natuur en kun je een prachtige hike maken die je afwisselt met een mountainbiken of vlotvaren over een rivier. In dit afgelegen gebied vind je nog veel dorpen van Thaise bergstammen, zoals de Karen, Lisu en Lahu, waar nog traditioneel geleefd wordt. Hier ben je te gast en slaap je een nachtje back to basic in een bamboehutje met alleen een matras. Maar wat als dat je net iets te primitief is? Het lijkt wel alsof je nergens een trekking in Thailand kunt maken zonder te logeren. Gelukkig is dat niet het geval: je kunt prachtige wandeltochten maken én ’s avonds gewoon in je hotel slapen tijdens onze dagtrekking in Pai.
Dwars door de natuur van Pai
Na je ontbijt word je opgehaald bij je hotel in Pai en ga je de eerste twintig minuten met de auto op pad over de kronkelende bergweg in de richting van Mae Hong Song. Je rijdt op de flanken van de berg en ziet daardoor naast je afgronden van roestbruine rotsen en valleien waar een riviertje doorheen stroomt. De auto zet je af bij een dorpje van de Lisu, waar de vrouwen zwarte hoofddeksels dragen met lange rode linten eraan. Vanuit dit dorp begint je trektocht door het open veld. Er zijn hier geen wegen, maar je gids kent het gebied goed en loodst je langs landbouwvelden, bananenplantages en stukken ongerepte natuur, waar je je een weg zoekt tussen groen gebladerte. Ga je in het natte seizoen, dan merk je dat de zandpaden glibberig zijn van de modder. Zorg dus voor goede schoenen en zet je schrap op de schuine berghellingen. De modder maakt deze dagtrekking wel een stukje zwaarder.
Lisu en Lahu: bergvolkeren in Noord-Thailand
Door de schaduw van een bamboebos loop je richting een Lahu-dorp waar jullie een plekje uitzoeken voor de picknick-lunch. Hoewel er niet veel klederdracht meer wordt gedragen, zie je hier nog veel dingen die al decennia op dezelfde manier gaan, zoals het weven van stoffen, het vlechten van manden en het koken op simpele kooktoestellen op de grond. Met verse mango in je buik ga je vervolgens weer op pad. Je loopt ongeveer een uur naar het volgende Lahu-dorp. Onderweg steek je stroompjes over waarbij de brug een houten plank is die lukraak lijkt te zijn neergelegd. Op het warmste deel van de dag voel je de jungle om je heen broeien. Het komt dus heel mooi uit dat er bij dit dorp een waterval is die over drie niveaus naar beneden stroomt. Hier kun je lekker afkoelen en stof en modder van je afspoelen. Als je helemaal verfrist en relaxed bent bijgekomen, staat de auto weer voor je klaar die je terugbrengt naar je hotel. Geen simpel matrasje in een hutje dat je met andere reizigers deelt, maar een comfortabel bed met zachte kussens en frisse lakens…