5 x niet doen op reis
BlogVijf dingen die we niet willen doen op reis (mét alternatief)
Ja, reizen is fantastisch! En als je het met een beetje respect voor mens en dier doet, is niet alleen jouw eigen reiservaring extra bijzonder, maar help je ook de mensen ter plekke. Wij reizen het liefst op een manier waarop we in contact komen met de cultuur en idealiter zelfs de wereld een stukje mooier maken, door bijvoorbeeld niet ons geld uit te geven in een grote keten, maar aanschuiven bij de mensen thuis. En tja, zo zijn er ook dingen die je in onze ogen beter niet kunt doen. Want een olifantenrit is misschien leuk voor jou, maar daar denkt het dier ongetwijfeld anders over. Gelukkig zijn er alternatieven die net zo magisch zijn en waar je een beter gevoel aan overhoudt. We zetten vijf no no’s op een rij, met natuurlijk een waardig alternatief!
🙁 Niet doen: op een olifant rijden
Of het nou om zijn slurf of om zijn omvang is: de olifant oefent op veel reizigers een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. En dat je zo dicht mogelijk bij het dier wilt komen is begrijpelijk, maar een ritje is toch echt net té dichtbij. Olifanten zijn wel kolossen en het lijkt alsof ze alles aan kunnen, maar de ruggengraat is bol en niet gebouwd om mensen te dragen. De dieren worden bovendien vaak met (brute) kracht getemd voor toerisme-doeleinden. Om die reden bieden we geen olifantenritten aan. Het dier is z’n eigen omgeving ervaren is toch veel indrukwekkender?
🙂 Wel doen: olifanten zien op safari
Gelukkig kun je de giganten ook op andere manieren spotten. Uiteraard is de beste manier in het wild! Dat kan onder andere in Yala National Park in Sri Lanka en in Khao Yai National Park in Thailand. Op een aantal plekken heb je ook de mogelijkheid om een olifantenweeshuis te bezoeken. Want hoewel we zouden willen dat die niet nodig waren, kunnen veel olifanten die als werkdieren zijn opgevoed niet terug het wild in. In de weeshuizen worden de dieren opgevangen en zijn hun voormalige eigenaren bovendien opgeleid om voor de dieren te zorgen. Goed voor dier én mens, dus! Verwacht niet dat je met de dieren kunt knuffelen of dat ze kunstjes voor je doen: we werken alleen samen met weeshuizen die zijn geselecteerd door World Animal Protection (voorheen WSPA) en die het aan de olifanten zelf laten of ze in je buurt komen of niet.
🙁 Niet doen: overnachten in all-inclusive resorts
Slapen in een luxe resort waar je alleen maar toeristen tegenkomt, is niet echt ons ding. Sommige mensen vinden het vast heel fijn om op handen gedragen te worden in een all-inclusive hotel, maar achter de hoge hekken proef je niet echt de sfeer van het land. En dat geldt zowel letterlijk als figuurlijk, want hoewel je je bij de lopende buffetten koning te rijk kunt voelen, zijn ook de maaltijden toch niet echt hetzelfde als wanneer je bij een straatkraampje, een lokaal restaurantje of bij de mensen thuis van de lokale delicatessen mag genieten.
🙂 Wel doen: slapen bij de mensen thuis
Hoe reizen wij dan? We dompelen ons het liefst compleet onder in de cultuur van het land. Te beginnen door niet in de grote hotelketens te slapen, maar liever in een knusse bed en breakfast, posada of lodge. Op knusse slaapplekken waar de hoteleigenaar je zelf nog verwelkomt, waar je ’s avonds een praatje maakt met de gastvrouw en waar je weet dat je geld terugvloeit naar de mensen zelf. Op veel van onze bestemmingen kun je zelfs bij de mensen thuis slapen! Dat varieert van casas particulares met eigen badkamers in Cuba tot een houten paalwoning op het water in Cambodja, vaak zonder warm water. Het is vaak simpel, maar het contact met de mensen maakt alles goed.
🙁 Niet doen: zwemmen met dolfijnen
Het zijn misschien wel de meest intelligente dieren op onze planeet: dolfijnen. En dat maakt ze dan ook uitermate geschikt om trucjes aan te leren. Dat gebeurt dan ook veelvuldig, want buitelende dolfijnen lokken toeristen en toeristen betekenen geld. En natuurlijk snappen we dat het geweldig is om met de dieren te kunnen zwemmen, maar echt: doe het niet. Ze worden vaak al op jonge leeftijd gevangen en weggehaald bij hun moeder en de school waarin ze leven. Ze leven veelal in te kleine bassins. En ja, het kan wel lijken of ze lachen en dus happy zijn, maar schijn bedriegt. Veel dolfijnen lijden aan emotionele trauma’s en zijn een veel korter leven beschoren dan in het wild. Is dat het waard om met de dolfijnen te kunnen zwemmen? Nee, toch?
🙂 Wel doen: wilde dolfijnen spotten
Wil je dolfijnen zien buitelen omdat ze juist wel plezier hebben of aan het jagen zijn? Zoek de flipperaars dan het wild. Natuurlijk heb je nooit 100% garantie dat je ze te zien krijgt, maar net zoals op safari is dat eigenlijk juist deel van het avontuur. In Sri Lanka, Thailand, Costa Rica en Brazilië – om er maar een paar te noemen – heb je grote kans om de zeezoogdieren langs je boot te zien schieten. Nee, je zult ze niet aan kunnen raken, maar het plezier dat – letterlijk – van hun lijf af spat, maakt veel goed.
🙁 Niet doen: naar het toeristische deel van de Chinese Muur
Het staat wellicht hoog op je verlanglijstje: een foto van de Chinese Muur die kilometerslang voor je uit kronkelt, net zoals op de vele plaatjes die je al hebt gezien. Geweldig ja, maar eenmaal ter plekke lopen hordes toeristen door je beeld heen. Weg, droombeeld! De Chinese Muur fotograferen zonder mensen die als krioelende mieren over het bouwwerk lopen, lijkt wel onmogelijk. Hoe doen die andere reizigers dat toch?
🙂 Wel doen: een rustig stuk van de muur ontdekken
Nou, misschien zijn ze met ons op reis geweest! Want ja, ook wij genieten van highlights, maar het liefst delen we ze niet met anderen. Dus kiezen we ervoor om niet de makkelijke weg te kiezen, maar iets verder te reizen, naar Jingshanling welteverstaan. Klinkt al de moeite waard, toch? Onderweg kun je oefenen op de uitspraak van deze plek. Als je dat onder de knie hebt, ben je er al bijna en kunnen de wandelschoenen aan, want je maakt een flinke hike naar Simatai. De tien kilometer lange wandeling omhoog en omlaag is pittig, maar je hebt dé bezienswaardigheid van China wel bijna voor jezelf!
🙁 Niet doen: eten bij bekende restaurantketens
Ben jij zo iemand die uit angst voor een Delhi belly niets bij een straatkraampje durft te eten? Struin jij de horizon af op zoek naar die grote gele letter M? Zonde! Een keertje de lokale McDonalds met een bezoekje vereren kan natuurlijk geen kwaad, maar je doet jezelf én de locals tekort als het daarbij blijft. Niet alleen is het proeven van lokale lekkernijen echt een verrijking van je reis – wedden dat je maanden later nog steeds likkebaardend terugdenkt aan die langoustine op het strand van Brazilië of de Pad Thai uit Bangkok? – maar je helpt ook de lokale economie door juist bij de kleine ondernemers te eten. Die multinationals verdienen toch al genoeg?
🙂 Wel doen: eten bij de mensen thuis
Onze ervaring is dat vaak die plekken die er op het eerste gezicht niet zo bijzonder uitzien, de lekkerste maaltijden serveren. Stap dus eens uit je comfort zone, laat de Mac voor wat-ie is en maak een pitstop bij een wegrestaurantje, volg een kookworkshop, ga op een culinaire safari of nog beter: schuif aan bij de mensen thuis! Tijdens onze reizen hebben we verschillende plekken waar je bij de locals aan tafel plaats mag nemen, onder andere in Mexico, Thailand en Myanmar. Op Sulawesi in Indonesië maak je eerst een lange trekking door de rijstvelden en blijft vervolgens een nachtje thuis bij de Toraja’s. Eet ’s avonds samen met de familie en krijg meteen een inkijkje in het leven van deze stam. Onvergetelijk.