Ga naar inhoud

Riksja Travel
Peru, Bolivia & Chili
Salinas Grandes omgeving Cusco Peru 3

Bolhoeden, Indianen en Inca’s

Rondreis
  • Reisduur:
    25 dagen / 24 nachten, aanvang dagelijks
  • Reisschema:
    Santa Cruz - Sucre - de mijnen bij Potosi - zoutvlaktes bij Uyuni - La Paz - Puno - drijvende rieteilanden op Titicaca - Cusco - Sacred Valley
  • Reissom:
    € 2.835,- p.p. bij 2 personen
  • Activiteiten:
    o.a. mijnexcursie Potosi, homestay Titicaca, heilige vallei dagtour, bezoek Machu Picchu met gids, meerdaagse zoutvlakten jeeptour
  • Internationale vlucht:
    apart bij te boeken
✓ landelijk verblijf met zwembad in subtropisch Samaipata

✓ verken het charmante Sucre op eigen houtje

✓ zilvermijnen van Potosi

✓ meerdaagse jeeptocht langs gekleurde lagunes en over de Boliviaanse zoutvlakte

✓ de hooggelegen stad La Paz en Inca stad Cusco

✓ homestay op een afgelegen schiereiland bij Titicaca

✓ via de heilige vallei naar wereldwonder Machu Picchu
Titicacameer local vrouw

Dag 1-2 – Vlucht Amsterdam – Santa Cruz (Bolivia)

Bouwsteen: Rustig ritme Santa Cruz

In de loop van de avond vlieg je van Amsterdam naar Santa Cruz; een ideaal startpunt voor je rondreis Peru Bolivia omdat je zo op 400 meter hoogte begint en niet meteen in het op 4000 meter gelegen La Paz.

Wel is het wat omslachtig om vanuit Nederland in Bolivia te komen: je vliegt vanuit Amsterdam naar Lima met eventueel een overstap in de Verenigde Staten of Spanje en vanuit daar met een internationale vlucht door naar Santa Cruz.

In de loop van de tweede dag kom je aan in Santa Cruz, de tweede stad van Bolivia. Het is een rustige, moderne plaats met een subtropisch klimaat. Je wordt in de aankomsthal van de luchthaven opgewacht en naar je hotel gebracht.

Je slaapt in een hotel net buiten het hart van het historische centrum. De kamers zijn aan de kleine kant en hebben allen een privé badkamer en airco. Vanaf het dak van het hotel heb je een prachtig uitzicht over de stad. Mocht je interesse hebben in een upgrade naar onze comfort optie, dan informeren we je hier graag over.

Als je de stad een beetje wilt verkennen, is dat makkelijk te voet te doen. Op de centrale Plaza staat een enorme kathedraal. Op korte afstand daarvan het Museo Etno Folklorico en het stadspark El Arenal. Op de Los Pozos markt kun je op zoek naar souvenirs. ’s Avonds is het heerlijk toeven op één van de schaduwrijke pleinen.

Dag 3 – Santa Cruz- Samaipata

Reistijd: circa 2 uur

De eerste dag van je trip door Bolivia begint rustig: binnen twee uur ben je al op het Boliviaanse platteland. Je verblijft in Samaipata, een gezellig dorp met veel mogelijkheden op een sfeervol landgoed (finca) van ongeveer zes hectare. De finca ligt op 1650 meter hoogte en heeft een weids uitzicht op omliggende heuvels en valleien. Je kunt zo dus ook al een beetje wennen aan de hoogte.

Op het terrein van de finca vind je bloemen en groentetuinen waar inheemse bomen en planten groeien. Op de terrasakkers worden kruiden verbouwd die verwerkt worden tot medicinale mengsels, geurige theeën en keukenkruiden. Veel kamers op de finca hebben een veranda en hangmat met een panoramisch uitzicht op de vallei. Probeer in het tuincafé een glas granaatappelsap, of een rabarber- of mangopannenkoek, heel bijzonder.

Dag 4 – Samaipata, vrij verblijf

Vandaag ga je er zelf op uit. Je kunt in het dorp zelf blijven of de omgeving gaan verkennen: de receptie kan je meer informatie over de mogelijkheden geven.
Samaipata zelf heeft een mooi plein en op de typisch Boliviaanse markt tref je vast wel leuke souvenirs. Buiten Samaipata kun je bijvoorbeeld een bezoek brengen aan El Fuerte, een ceremoniële Pre-Inca ruïne op een afgelegen, schilderachtige plaats tussen de heuvels met bijzonder uitgehouwen afbeeldingen van slangen en poema’s. Las Cuevas is een parkje in de buurt met drie watervallen waar je kunt zwemmen en dan is er nog het Amboro Nationale Park. Hier vind je 90 vogelsoorten waaronder kolibries, ara’s en condors. Er zijn wandelpaden aangelegd door het park en je kunt aan lianen slingeren, lopen door een varenbos of paardrijden door rivieren.

Dag 5 – Samaipata – Santa Cruz – Sucre

Reistijd: circa 3 uur (waarvan 1 uur per vliegtuig)

Om je een rit van zestien uur over een hobbelige weg te besparen, word je vanochtend eerst weer teruggebracht naar Santa Cruz. Van hier vlieg je naar Sucre, de officieuze hoofdstad van Bolivia. Op het vliegveld word je opgehaald en naar je hotel gebracht. Je overnacht hier in een comfortabele posada middenin het centrum, met bloemrijke binnenpleintjes en sfeervolle kamers. Sucre voelt eigenlijk niet aan als een hoofdstad: het is een gezellig universiteitsstadje, ondanks de ouderwetse ‘look’ van de gebouwen, voelt het jeugdig en energiek. Het heeft een compact centrum met musea, een levendig centraal plein en restaurantjes. Door de ligging op 2800 meter in een beschutte vallei heeft Sucre een heerlijk klimaat: het is er bijna altijd mooi weer.

Ben je zo ver van huis op zoek naar een stukje Nederland: vlakbij het centrale plein vind je de Florin Bar & Restaurant, met drie Nederlandse eigenaren. Je kunt hier niet alleen een fris zelfgebrouwen biertje drinken, maar er zijn naast verschillende internationale gerechten zelfs bitterballen verkrijgbaar.

Dag 6 – Rondreis Peru Bolivia – Sucre, vrij verblijf

Maak ’s morgens eerst een wandeling door de stad: de belangrijkste bezienswaardigheden zijn prima te voet te bereiken. Kerken en kathedralen hebben ‘flexibele openingstijden’ dus het kan zijn dat je voor een dichte deur staat zonder reden. Het textielmuseum en het kindermuseum ‘Tanga Tanga’ zijn de moeite waard en je kunt de heuvel oplopen en een bezoek brengen aan het Recoleta Franciscanenklooster. Een rondleiding brengt je naar serene binnenplaatsen met tuinen, kapelletjes en een 1400 jaar oude cederboom.

Verder zijn wandelingen mogelijk van een halve of hele dag in de heuvelachtige omgeving van Sucre, onder andere naar enkele pre-Columbiaanse ruïnes. De bekendste dagelijkse excursie die vanuit Sucre vertrekt is de ‘Dino Truck’. Deze tour met gids van ruim twee uur lijkt heel commercieel en toeristisch maar is toch interessant omdat je een muur met voetafdrukken van dinosaurussen bezoekt.

Probeer je reis zo te plannen dat je op zondag in Sucre bent want dan is het markt in het plaatsje Tarabuco, op anderhalf uur rijden van Sucre. Deze markt is de meest authentieke van Zuid Amerika! Je ziet hier vrouwen met lange vlechten en kinderen op de rug, en indianen uit de omgeving die hun waar aanbieden op de markt.

Het is ook leuk om Sucre in een halve dag met een lokale gids te ontdekken. Het voordeel is dat hij de stad op zijn duimpje kent en je alles kunt vragen. Samen wandel je over Plaza de Mayo, het centrale plein, waar veel studenten samenkomen. Ook bezoek je het zestiende-eeuwse Recoleta klooster, met uitzicht over Sucre en het textielmuseum. De regio rond Sucre staat bekend om de textiele handwerken en hier kun je zien hoe die worden gemaakt. Heb je interesse in deze stadstoer? Laat het ons dan even weten.

Dag 7 – Sucre – Potosí

Reistijd: circa 4 uur

’s Morgens vroeg ga je naar het busstation van Sucre en neem je de bus naar Potosí. Het uitzicht onderweg is prachtig, de weg is van goede kwaliteit en in de meeste bussen staat een gezellig Boliviaans muziekje op. Bij aankomst in Potosí, zo’n drie uur later, neem je zelf een taxi naar je hotel in het centrum. Dit is gemakkelijk te regelen. Je kunt een hapje eten bij het hotel en de rest van de middag ben je vrij.

Je verblijft in een residencia aan de rand van het centrum vlakbij de Cerro Rico berg. De sfeer is wat persoonlijker dan in een hotel en de ontvangst is er uitstekend. De kamers zijn verzorgd en hebben allemaal dikke dekens op de bedden en verwarming. En dat is nodig ook want het kan met name ’s nachts flink afkoelen.

Potosí ligt op 4100 meter en is daarmee de hoogst gelegen grote stad ter wereld. De stad ontstond in 1545 toen ontdekt werd dat de Cerro Rico mijn veel zilver bevatte. Inmiddels worden al vier eeuwen allerlei mineralen uit de berg gehaald. De stad staat helemaal in het teken van de mijn. Je hebt de middag om te acclimatiseren en rustig wat door de straatjes en marktjes rond te lopen. Je zult hier weinig straatverkopers zien, het is nog een authentiek Boliviaanse stad.

Ben je niet claustrofobisch aangelegd dan ga je ’s middags naar de mijnen van Cerro Rico. Kijk eerst eens op de mijnwerkersmarkt, een speciaal wijkje waar je mijnwerkersattributen kunt kopen als helmen, gaslampen, maar ook pure alcohol, cocabladeren en dynamiet (!).

De Cerro Rico is een coöperatieve mijn, waar bijna tienduizend mijnwerkers zwoegen. Ze zijn blij met kadootjes van de markt: met een bos cocaladeren achter je wang kun je harder werken en je honger stillen. In de mijn wordt onder zeer primitieve omstandigheden gewerkt. Je loopt door nauwe, donkere gangen. Soms moet je kruipen of langs een touw klimmen. Trek dus je oudste kleren aan.

Dag 8 – Potosi – Uyuni

Reistijd: circa 4 uur

Rond 11:00 uur ga je op eigen gelegenheid naar het busstation van Potosí voor de lokale bus naar Uyuni, een rit van zo’n zes uur. De bus stopt in de dorpjes onderweg en is gevuld met lokale bewoners die onderweg zijn naar het werk of naar school. De kwaliteit van de weg is een stuk minder dan het deel tussen Sucre en Potosí en omdat de bus niet hard gaat en steeds moet stoppen ben je lang onderweg. Neem wat proviand mee of sla wat in op de tussenstop in een piepklein dorpje. Hoe zuidelijker je komt, hoe desolater het landschap wordt.

Tegen 17:00 uur nader je Uyuni. Van het uitzicht word je waarschijnlijk niet blij: komend uit Sucre en Potosí vol Boliviaanse sfeer is het hier vrij grauw en troosteloos op 3700 meter hoogte. Als je van het busstation naar je hotel bent gelopen (5 minuten, het is echt niet groot) kun je de rest van de dag vullen met: e-mail checken (dat dan vreemd genoeg weer wel), een wasje (laten) doen, je bagage verdelen in het stapeltje wat je meeneemt op de jeeptour voor morgen en de rest die je achterlaat, of een wandeling maken naar het treinenkerkhof buiten het dorp. Vooral tegen zonsondergang kun je er mooie foto’s maken. Roestige locomotieven uit de jaren ’20 steken fel af tegen een achtergrond van roodgele aarde en een strakblauwe lucht.

Dag 9 – Uyuni – San Juan

Na het ontbijt check je uit en rond 09:30 uur vertrek je in een 4WD met Spaanstalige chauffeur naar de zoutvlakte Salar de Uyuni. Eerst stop je bij Colchani, een dorp dat leeft van de zoutwinning. Dan is het nog een kwartier rijden voor je bij het zoutmeer aankomt.

De zoutvlakte is ontstaan door het opdrogen van een meer. De mineralen en zouten konden niet via een rivier naar de oceaan stromen en sloegen dus neer op de grond en vormden een immens witte vlakte van 12.000 km². Letterlijk oogverblindend ook: een pet en donkere zonnebril zijn hier een must. Heb je je bril op, dan zijn in de verte de besneeuwde toppen van de Andes vulkanen zichtbaar.

Na een uurtje rijden door het zoute niemandsland kom je aan bij je slaapplek in San Juan. Vervolgens rijd je nog even verder naar een ‘eiland’ midden in de vlakte: Isla de las Pescadores. Het is volledig begroeid met gigantische cactussen. Je hebt een prachtig uitzicht op de natuur terwijl de gids op de grond een picknick voor je maakt.

Dag 10 – San Juan – Laguna Colorada

De volgende dag van je rondreis Peru Bolivia reis je naar de Salar de Chiguana. Op deze zoutvlakte heb je een weids uitzicht op de met sneeuw bedekte Ollague, een actieve vulkaan net over de Chileense grens. Na een korte stop bij de grens, het checkpoint Chiguana, passeer je een aantal lagunes waar verschillende soorten flamingo’s leven. Het blijft ongelofelijk dat deze dunne vogels op deze hoogte in ijzige wind en kou kunnen overleven.

Na zo’n 70 kilometer bereik je de Arbol de Piedra, de Boom van Steen die onderdeel is van het landschap waar schilder Salvador Dalí inspiratie opdeed. Samen met nog een aantal andere uitgesleten rotsformaties is dit een goede lunchplek.

Dan rijd je verder, dwars door de meest extreme landschappen van Zuid Bolivia, tot je rond 16:00 uur bij de gekleurde Laguna Colorada komt. Het uitzicht op de lagune is een hoogtepunt van deze reis: roze flamingo’s zoeken rustig in het dieprood gekleurde meer naar algen en plankton. Terwijl de zon langzaam achter de bergen zakt die het meer omringen, komen duizenden sterren tevoorschijn aan de hemel. Koud is het wel: de mineraalrijke lagune ligt op 4300 m en de temperatuur daalt ’s nachts tot onder het vriespunt. Het diner en de slaapzaal waar je met andere reizigers samen overnacht zijn heel eenvoudig: er is vaak geen stromend water en warm water is er al helemaal niet. Maar met zo’n mooi uitzicht zul je dat zeker voor lief nemen.

Dag 11 – Laguna Verde – Laguna Blanca – Uyuni

Om 05:00 uur je bed uit om op tijd bij de geisers van Sol de Mañana (4850 m) te zijn. Snel de jeep in: in de vrieskou moet je niet treuzelen. Ondertussen zie je de zon langzaam boven het ‘Mars-landschap’ opkomen. De geisers van Sol de Mañana spuiten alleen van ’s ochtends vroeg tot ca. 08:00 uur. De rest van de dag zie je alleen wat gepruttel en stoom, wel mooi maar natuurlijk niet zo indrukwekkend.

Wat verkleumd ga je ontbijten, want met een volle maag is het al minder koud. Gelukkig kun je ook nog lekker badderen in de thermale bronnen. Hoewel je nog op 4200 m zit, is daar een stuk minder koud en waait het ook minder. Je laat je zakken in het 30ºC warme water en al poedelend heb je uitzicht over kilometers vlaktes en ruige Andestoppen. Na een verkwikkend bad zul je het de rest van de dag niet meer koud hebben.

Na de badstop, reis je per jeep naar het uiterste zuiden van Bolivia. Laguna Verde, aan de voet van de vulkaan Licancabur is letterlijk en figuurlijk een van de hoogtepunten van je trip. De groene kleur wordt veroorzaakt door een hoge concentratie aan lood, zwavel en calcium. Zelfs als het 20º onder nul is, bevriest het meer nog niet: de mineralen in het water en de altijd aanwezige wind houden het ijsvrij. Zeker zo mooi maar dan wit is het in Laguna Blanca, waar de bergen haarscherp weerspiegelen in het water.

Vervolgens reis je via Laguna Colorada, waar je lucht aan de oevers van het meer, terug naar Uyuni. Misschien kom je onderweg vizcachas tegen, een soort Andes- konijnen. Tegen het einde van de middag doemt Uyuni op en eindigt je toer.

Wegens wisselende (weers) omstandigheden wordt nog wel eens zonder opgaaf van reden het programma naar de zoutvlakte gewijzigd. Enig begrip hiervoor en een flexibele houding, is handig.

Iedere avond vertrek er een nachtbus vanuit Uyuni naar La Paz, die daar ’s morgens vroeg aankomt. We boeken je op de beste bus op dit traject maar de wegen zijn grotendeels niet geasfalteerd en dus rammelt zelfs de beste bus snel uit elkaar. Ook is het behoorlijk koud ’s nachts. Neem een extra warme trui, een kussentje en wat snacks voor onderweg mee. Tegen het ochtendgloren komt La Paz in zicht.

Een comfortabeler alternatief is een binnenlandse vlucht naar La Paz. Je bespaart dan de pittige nachtbus en vliegt in 1 of 2 uur in een klein toestel vanuit Uyuni (soms via Sucre) naar La Paz. Omdat deze vlucht ’s ochtends vertrekt, slaap je na de jeeptoer eerst nog een nacht in Uyuni. Laat het je reisspecialist weten wanneer je de busrit wilt vervangen door de vlucht.

Dag 12 – La Paz

Reistijd: circa 11 uur

Wanneer je met de nachtbus om 20:00 uur uit Uyuni vertrekt, kom je ’s morgens rond 06:30 uur aan in La Paz. Vertrek je om 23:30 uur dan kom je de volgende morgen rond 10:00 uur aan. La Paz ligt op 4000 meter hoogte, in een steile kloof omgeven door besneeuwde Andestoppen die de stad beschutten tegen de Altiplano-wind. Het zonnige klimaat in de stad, de bolhoedjes in de straten, de koloniale kerken en de kleurrijke indianenmarkten zijn helemaal Bolivia. Bij aankomst op het busstation regel je zelf een transfer naar je hotel, wel zo makkelijk aangezien we nooit precies weten hoe laat de bussen precies aankomen.

Je verblijft in een koloniale hosteria in het centrum, op loopafstand van de Heksenmarkt en de centrale San Francisco kathedraal. De kamers hebben een badkamer, telefoon en verwarming en zijn leuk aangekleed met extra warme dekens op de bedden. De standaard maar ruime kamers liggen rond een binnenplaatsje en hebben naast badkamer en verwarming, extra warme dekens op de bedden. Bij de receptie kun je waardevolle spullen in bewaring geven of kleren afgeven om te laten wassen. Internet en een pinautomaat zijn vlakbij. Je kunt ’s avonds alvast het centrum inwandelen. Om de hoek van het hotel wandel je zo de markt op vol vrolijke kraampjes. Op de binnenplaatsen vind je gezellige restaurants.

Dag 13 – La Paz, markten en panfluit wandeling

Vanmorgen komt de gids je rond negen uur ophalen en laat hij je per kabelbaan de mooiste uitzichten van noord en centraal La Paz zien. Vervolgens neemt hij je mee in de wirwar van straatjes en pleintjes naar plekken waar je zelf niet gemakkelijk komt. Je bezoekt de verschillende markten terwijl je naar het centrum wandelt. Je loopt over de vlees- en fruitmarkt en straatjes met gekleurde stoffen. Je leert waar de bontgekleurde draagdoeken voor gebruikt worden. Ook zie je waar de souvenirverkopers hun inkopen doen. Slechts enkele straten verwijderd van het toeristische centrum worden grote balen mutsen, truien en poncho’s van alpacawol, natuurlijk voor een veel gunstigere prijs, ingekocht.

In het oudste straatje van La Paz bezoek je het muziek instrumenten museum met onder andere panfluiten en het bekende gitaartje.

 

Dan vervolg je de wandeling, onderweg proef je de Boliviaanse empanada, naar de heksenmarkt; een straatje waar naast gebreide mutsen met lamamotief en andere souvenirs, ook lama-foetussen worden verkocht. Volgens de bijgelovige Bolivianen brengen ze geluk… Hier wordt je toekomst voorspeld door één van de sjamanen door middel van het lezen van cocabladeren. Hier is ook het cocamuseum. We raden je aan er even binnen te lopen. Hier krijg je uitleg over de achtergronden van cocabladeren. Hier eindigt je tour en neem je afscheid van je gids.

’s Middags gingen wij nog naar ‘Valle de la Luna’: de Maanvallei. Het ligt in een buitenwijk van La Paz waar je met een taxi naartoe kunt. In een uurtje ben je er doorheen gewandeld. Het landschap van geërodeerde rotsen doet denken aan een maanlandschap.

Dag 14 – La Paz – Puno (Peru)

Reistijd: circa 5 uur

Je gaat op eigen gelegenheid weer naar het busstation van La Paz en reist per directe bus in vier uur naar Copacabana. Al snel nadat je La Paz uitrijdt zie je het Titicacameer liggen, totaal zo’n 175 km lang en 45 km breed. Halverwege de rit moet de bus een zijtak van het meer oversteken maar er is geen brug. De bus gaat op een soort vlot en de passagiers zelf worden in kleine bootjes naar de overkant gebracht. In Copacabana stopt de bus een uur of twee zodat je even je benen kunt strekken en kunt lunchen: aan het Titicacameer vis eten in het zonnetje onder genot van een verse papaya-shake, dat heeft wel wat! Wanneer je een nacht in dit relaxte plaatsje wilt verblijven, kun je dit aangeven bij je reisspecialist.

Na de lunchpauze stap je rond 14:00 uur weer op de bus. Al na twintig minuten kom je aan bij de grens tussen Bolivia en Peru. Bij de post van Bolivia stap je uit de bus en nadat je paspoort gestempeld is stap je, lopend over een brug Peru, in. Daar krijg je een stempel en stap je vervolgens op een Peruaanse bus. De totale reistijd van Copacabana naar Puno inclusief grensovergang is weer zo’n vier uur.

Puno is een universiteitsstad met festivals, markten, restaurantjes en barretjes maar heeft toch ook wat weg van een groot dorp. Veel auto’s zie je er niet, karren en riksja’s des te meer. Je wordt bij het busstation van Puno afgezet en kunt met een riksja of brommer-taxi die hier rondrijden meteen een leuk stadsritje maken naar je knusse posada op 2 blokken lopen van het centrale plein.

Dag 15 – Titicaca excursie: Puno – Uros – Taquile – Luquina

Na je ontbijt word je bij het hotel opgehaald en naar de haven van Puno gebracht. Vanaf hier vaar je het meer op. Er gaat een Engelstalige gids aan boord mee en je krijgt voor de vorm een zwemvest. We reserveren een wat snellere boot, aangezien het een behoorlijk stuk varen is. Hoewel het koud kan zijn op het water, verbrand je op deze hoogte snel. Dus neem je zonnebrand mee.

De eerste stop die je maakt is op een van de drijvende rieteilanden, waar de Uros indianen wonen. Deze kunstmatige eilanden werden oorspronkelijk gebouwd om de oorlogzuchtige Inca’s te ontvluchten, maar tegenwoordig wonen de meeste Uros gewoon op het vasteland. Interessant om te zien, maar eerlijk gezegd ook wel erg toeristisch.

Vanuit de rieteilanden vaar je door naar Taquile eiland, dat bekend staat om zijn kleurrijke textielkunst. De traditionele cultuur is hier net zo levendig als de kleuren van de klederdracht. Aan de kleur en ontwerp van de kleding en mutsen is onder andere te zien of men getrouwd is of niet. Je maakt een wandeling over het eiland en luncht bij een familie thuis.

Terug op het vaste land ga je naar Luquina, aan de rand van het meer. Je slaapt hier vanavond bij je homestay. De meeste reizigers slapen op het toeristische eiland Amantaní. Dus dat maakt je verblijf hier extra bijzonder. Het verblijf is eenvoudig maar het nodige is aanwezig en de mensen zijn heel vriendelijk. De nacht is er koud maar de sterrenhemel maakt veel goed.

Dag 16 Luquina – Puno

De volgende ochtend kun je helpen bij het dagelijkse leven van deze familie. Je kunt helpen de koeien te melken of mee het water op om vis te gaan vangen voor de lunch. Je kunt je gastheer ook vragen om je het een en ander van de omgeving te laten zien. In de loop van de middag ga je met een bootje terug naar Puno en slaap je weer in hetzelfde hotel als de eerste nacht.

Dag 17 – Puno – Cusco

Reistijd: circa 10 uur

Na een goede nachtrust en uitgebreid ontbijt ga je op eigen gelegenheid naar het busstation. Er zijn verschillende manieren om van Puno naar Cusco te reizen. De bus die wij voor je reserveren heeft een Engelssprekende gids aan boord en maakt enkele leuke stops onderweg. De rit duurt ongeveer tien uur en de trein slingert door het imposante Andes gebergte heen en langs diepe kloven. Je stopt onder andere bij een mooie kapel, een oude tempel en een museum. Je gids vertelt je er van alles over. Ook een uitgebreide lunch is inbegrepen.

Je posada ligt midden in de kunstenaarswijk San Blas, ongeveer vijf minuten per taxi heuvelopwaarts van de centrale Plaza de Armas. De posada is een knusse 3-sterren accommodatie met tuin of patio en een gezellige ontbijtruimte. We hebben het vooral uitgekozen op sfeer en ligging. Je kamer is netjes en heeft uiteraard een eigen badkamer met douche en toilet.

Dag 18 – Cusco, vrij verblijf

Het leuke van de San Blas wijk is dat het nog wat meer een woonwijk en minder een toeristenwijk is. In de smalle straatjes, waar net een Daewoo taxi doorheen kan, heb je van verkeerslawaai weinig last. Je komt er al lopend verrassende doorkijkjes, cafeetjes en traditionele restaurants tegen.

De bezienswaardigheden rondom de ‘place to be’ Plaza de Armas liggen op ongeveer tien minuten lopen, downhill vanaf je hotel. In de straatjes kun je winkelen en restaurantjes waar je ’s avonds panfluitspelers kunt zien zijn er volop. De kathedraal en de Compañia kerk zijn mooi, en je moet zeker even door de Calle Loreto lopen waar de huizen gebouwd zijn op nog originele Inca muren. Voor Incaruïnes in de omgeving bestaat er een pas, de ‘boleto turístico’ die je kunt kopen.

Ga je terug naar je hotel, neem dan gerust een taxi: de straatjes zijn steil en de stad ligt natuurlijk wel op 3300 meter.

Dag 19 – Cusco – Pisac – Ollantaytambo

Je wordt deze morgen bij je hotel opgehaald. Per minibusje met Engels sprekende gids reis je door de Heilige Vallei. De naam van deze vallei verwijst naar de talloze overblijfselen uit het Inca tijdperk. De gunstige ligging (op zo’n 2800 meter hoogte), het aangename klimaat en de vruchtbare grond maakt het een omgeving vol terrasvormige landbouwvelden, kleine dorpjes, groene vergezichten. Het is dan ook wel te begrijpen dat de Inca’s deze omgeving kozen voor hun landbouwprojecten en de bouw van belangrijke tempelcomplexen.

Onderweg stop je eerst bij een mooi uitzichtpunt over de vallei voordat je in het dorpje Pisac aankomt. Hier bezoek je een ruïnecomplex van de Inca’s, waarschijnlijk ooit een verdedigingsfort. Het is moeilijk voor te stellen hoe het gelukt is dit imposante bouwwerk op deze locatie te bouwen. Genoeg gehoord over en gezien van de ruïnes? Zoek dan een rustig plekje op met uitzicht over de vallei. Wij genoten hier van het weidse uitzicht.

Vervolgens bezoek je de bekende markt beneden in het dorp. Dinsdag, donderdag en zondag (zo nodig passen we de reisplan voor je aan) zijn de drukke marktdagen van Pisac: de bevolking komt dan van heinde en verre naar het marktplein om hun spullen te verkopen. Vroeger ging het vooral om fruit en groente, tegenwoordig vind je er vooral veel souvenirs in alle kleuren, maten en vormen.

Aan het einde van de ochtend vervolg je je route de vallei in. Om je ook nog een echte lokale markt te laten beleven, bezoek je voor de lunch de lokale markt van Urubamba. Hier wandel je langs kraampjes waar onder andere maïs (wat veel in deze omgeving verbouwd wordt) en vele soorten fruit verkocht wordt. Maar ook slippers gemaakt van oude autobanden zijn al jaren bij de locals favoriet.

Na de lunch vertrek je naar Ollanta(ytambo), een klein dorp aan de spoorlijn van Cusco naar Machu Picchu. Het dorp is het verzamelpunt van de wandelaars van de Inca trail die hier hun laatste inkopen doen voorafgaande aan de wandeltocht. Je bezoekt er allereerst het verdedigingsfort van de Inca’s. Het was de enige vesting van de Inca’s waar de Spanjaarden succesvol verjaagd werden.

Na het fort neem je afscheid van je medereizigers en word je afgezet bij je accommodatie voor vannacht: een leuke, maar eenvoudige posada op enkele minuten lopen van het treinstation. De kamers liggen in een mooie tuin, waar je overdag in het zonnetje een boekje kunt lezen.

Het zal trouwens misschien even duren voordat je de naam van dit dorpje in een keer vloeiend uitspreekt maar de sfeer van het dorpje, de bewoners en in je accommodatie heb je zo te pakken.

Dag 20 – Ollanta, vrij verblijf (optionele paardrijtocht)

Vandaag kun je zelf kiezen wat je gaat doen. Je entreekaartje van het fort is nog geldig. Heb je fut, ga er dan ’s morgens om 07.00 uur heen: op een rotsterras hoog boven het dorp zie je dan hoe de zon opgaat terwijl de hanen kraaien en Ollanta langzaam wakker wordt.

In het dorp vind je een handjevol restaurants, een bar, een museumpje en een lokale markt. Er wonen maar tweeduizend mensen dus veel gebeurt er niet: het leven van alledag gaat z’n gang en na het levendige Cusco is die rust wel lekker. De omgeving is erg groen. Wij hebben de middag besteed aan een paardrijrit door de vallei. Zo’n rit is heel anders dan wanneer je in een busje zit. Je bent meer deel van het landschap, hoort vogels fluiten, de rivier kabbelen, een ezel balken. Heel relaxt dus. Ook al heb je geen rijervaring, de paarden zijn klein en weten de weg wel.

Een andere mogelijkheid is om collectivo te nemen naar Urubamba (1 Sol). Dit dorpje ligt op een half uurtje rijden en hiervandaan neem je makkelijk een taxi naar Las Salinas waar je de zoutpannen kan bekijken. Wanneer je nog energie over hebt kun je te voet een twee uur durende afdaling maken tot aan de weg Urubamba – Ollanta.

Dag 21 – Ollantaytambo – Aguas Calientes

Reistijd: circa 1,5 uur (per trein)

Van het hotel neem je een taxi naar het stationnetje van Ollantaytambo, waar je rond half tien in de trein stapt. Na anderhalf uur door de bergen kom je in Aguas Calientes. Ook een klein dorp, maar toch weer heel anders: iedereen die Machu Picchu bezoekt komt in Aguas Calientes en het is dan ook een komen en gaan van reizigers.

Ietwat chaotisch is het wel, daarom word je bij aankomst opgewacht door een medewerker van je hotel. Dan heb je tijd om het plaatsje een beetje te verkennen. Normaal gesproken is een plein het centrum van een dorp, maar hier zijn het de treinrails! Het is niet moeilijk een geschikte plek vinden om te lunchen, aan het spoor zitten wel vijftig restaurantjes op een rij. ’s Middags kun je in Aguas Calientes naar de warmwaterbronnen (vandaar de naam) of in de bergachtige omgeving een wandeling maken, bijvoorbeeld naar een waterval.

Dag 22 – Aguas Calientes – Machu Picchu – Cusco

Reistijd: circa 3,5 uur (per trein)

Al om 06.30 uur vertrekt vlakbij het station de eerste bus uit Aguas Calientes naar Machu Picchu, daarna elk uur, ook terug. Het is ongeveer 20 minuten over een zandweg, steil omhoog. Lopen kan ook maar dan ben je er vrij laat. Dagbezoekers uit Cusco arriveren pas rond half elf, wat je ruim de tijd geeft op eigen houtje de sfeer in je op te nemen.

Zo vroeg laat de sluierbewolking alleen flarden van de ruïnes zien. Pas als de wolken optrekken kun je je een beeld vormen van de enorme omvang van de opgravingen.

Je bezoek aan de ruïnes duurt tot aan het einde van de ochtend en is met gids. De redenen van het ontstaan, de functie en de ondergang van deze Inca stad zijn nog steeds niet duidelijk.

Het is ook mogelijk om één van de twee bergtoppen bij Machu Picchu te beklimmen. Je hebt dan wat extra tijd nodig (resp. 20 minuten en 2 uur). De Huayna Picchu (wat ‘jonge bergtop’ betekent) is de berg, gelegen ten noorden van Machu Picchu. Hiervoor dien je een extra entree te betalen, die wij niet standaard voor je regelen. Wij vonden het uitzicht bergopwaarts richting de zonnepoort namelijk net zo mooi en de meeste van onze reizigers slaan deze pittige klim bergopwaarts over. Wil je de Huayna Picchu graag beklimmen, geef het dan van te voren aan ons door. Net zoals een bezoek aan de Machu Picchu mag namelijk slechts een beperkt aantal reizigers deze berg per dag beklimmen en is tijdig reserveren belangrijk.

Zo na een uur of drie krijg je vast honger en wordt het tijd voor de lunch. Dat kan in het restaurant bij de ingang (druk en toeristisch) of de bus terug pakken naar Aguas Calientes. Je kunt daarna nog wat shoppen en haalt tenslotte je bagage op bij je hotel. Om 15:30 uur vertrekt de trein naar Cusco.

Onderweg alle tijd om je ervaringen met collega toeristen uit te wisselen. Rond 19:30 kom je weer in Cusco, een drukte van belang. Het is dan ook niet moeilijk om een taxi te vinden die jullie naar het hotel brengt.

Dag 23 – Cusco – vrij verblijf

De laatste dag van je reis is aangebroken, en we geven je de vrijheid hem naar believen in te vullen. Het centrum van Cusco gonst 24 uur per dag van de activiteiten en je zult hier zeker van alles te doen en te zien vinden…

Maar misschien ga je liever wandelen in de achteraf straatjes van San Blas of rustig in een hangmat in je posada dat typisch Latino mañana-sfeertje in je opnemen en oefenen… wat je ook doet vandaag, geniet nog even van je vakantie!

 

Dag 24 – 25 – Cusco – Lima – Amsterdam

Reistijd: circa 1,5 uur (binnenlandse vlucht

In de loop van de ochtend ga je op zoek naar een taxi om vervolgens naar de luchthaven van Cusco te gaan. De vlucht naar Lima duurt een uur en vaak heb je in Lima nog een behoorlijke wachttijd voordat je vlucht naar Nederland vertrekt.

Is dit het geval, dan kunnen we een laatste-dag-toertje voor je regelen. We halen je dan bij de luchthaven op en brengen je naar de leukste kunstnijverheidsmarkt van Lima waar je rond kunt struinen tussen keramieken potjes en felgekleurde kleden. Je wordt weer opgehaald bij Larcomar, een groot en modern winkelcentrum direct aan het strand van Lima waar het altijd gezellig is en je bovendien nog één keer een prachtige zonsondergang in Peru kunt meemaken.

Afhankelijk van je vluchtschema land je in de loop van de ochtend weer in Nederland.

Onze slaapplekken

Samaipata kamer hotel
Samaipata hotel zwembad
Hotel Samaipata huisje
Sucre hotel buiten
Sucre hotel terras