Typisch Titicaca
Bouwsteen✓ Eet een traditionele Pachamancalunch bij een Quechua gezin
✓ Slaap in een hotel op het vasteland in Puno
Dag 1 – Aankomst in Puno
De trip begint bij je aankomst per (mini)bus in Puno. Al voor je het centrum inrijdt heb je vanuit de bus zicht op het meer, in totaal zo’n 175 km lang en 45 km breed. Puno is een universiteitsstad met veel festivals, markten en restaurantjes. Veel auto’s zie je er niet, karren en riksja’s, meer bekend in Azië, des te meer. Op de Plaza de Armas vertoont een straatartiest nog de kunsten van zijn hondje, de halve bevolking en de plaatselijke voetbalploeg staat er omheen. Dit team staat altijd bovenaan in de competitie: hun tegenstanders raken op deze hoogte al snel buiten adem.
Wij vinden Puno geen mooie stad. De meeste huizen zijn opgetrokken uit adobe en gedekt met golfplaten. Het heeft haar groei te danken aan het toerisme en de veelal moderne gebouwen in de stad doen vaak een beetje troosteloos aan. De locatie zo vlak aan het Titicameer is handig en de uitzichten over het meer maken dat ruimschoots goed.
Riksja’s zijn een handige en goedkope manier om van het busstation naar je hotel te komen. Zo leer je tegelijkertijd het centrum een beetje kennen. Het toeristisch centrum bestaat uit een straat die van de kerk naar de Plaza de Armas (het centrale plein) loopt. Je vindt er allerlei souvenirwinkels, restaurants (vooral veel pizzeria’s) en enkele barretjes.
Net als de stad zelf stralen de hotels in Puno veelal vergane glorie uit en je vindt hier dan ook niet de knusse posada’s die je in andere plaatsen in Peru hebt. Je verblijft in een prima maar standaard hotel met een goede prijs-kwaliteitsverhouding. Het is centraal gelegen in de stad. De kamers hebben een badkamer en een verwarming (het koelt hier ’s avonds behoorlijk af). ’s Ochtends wordt een gevarieerd ontbijtbuffet geserveerd.
Dag 2 – Puno, Titicaca excursie
Je wordt vanochtend bij het hotel opgehaald en naar de bedrijvige haven van Puno gebracht, waar je al vroeg met je medereizigers het open water opvaart. Met een snelle express boot vaar je in een goed tempo en kun je ook lekker in de zon zitten. Een zwemvest is verplicht (nou ja, zolang je nog in het zicht van de haven bent). Tegelijkertijd heb je misschien ook handschoenen en een muts of petje nodig want de wind is behoorlijk fris. Smeer je ook goed in want de zon is op deze hoogte fel en door de wind kun je verbranden zonder het in de gaten te hebben.
Eén van de legendes over het Titicacameer is dat Atlantis, de bron van de Inca beschaving, zich hier ooit bevond. Wanneer je nu zelf op het meer vaart en de bergen en lucht weerspiegeld ziet in het diepblauwe water, kun je je dat waarschijnlijk wel voorstellen.
Na ongeveer anderhalf uur varen kom je aan op het eiland Taquile. Na aankomst wandel je met je gids langs terrasvelden waar lokale producten zoals aardappelen verbouwd worden en hoor je wat over de ‘regels’ op het eiland. Zo mogen er geen hotels gebouwd worden, is de landbouwgrond eerlijk verdeeld en moet het oorspronkelijke karakter van het eiland zoveel mogelijk bewaard blijven.
Opvallend is dat vooral de mannen op dit eiland breien. Ze dragen een witte bloes met een sjerp en een muts. Het model en de kleur van de muts vertelt je of de drager getrouwd, een notabele van het dorp of een vrijgezel is; wel zo makkelijk voor de dames. Om met een vrouw te mogen trouwen moeten ze aan de schoonfamilie laten zien dat ze een muts kunnen breien. Hiermee tonen ze aan dat ze kunnen voorzien in hun levensonderhoud.
Dan stap je weer op de boot en vaar je naar het schiereiland van Llanchon. Je ziet hier een offerceremonie en geniet daarna van een lunch die op een speciale manier bereid is bij een Quechua gezin. Vlees, vis, groente en aardappelen worden in folie gewikkeld en ondergronds tussen verwarmde stenen gegaard. Na ruim 20 minuten kun je aan tafel en genieten van je bijzondere lunch met uitzicht op het helderblauwe meer. Je zult zien dat de cultuur hier weer heel anders is. Dit is het thuis van de quechua stam.
Na de lunch vaar je naar een groep Uros rieteilanden waar in totaal 30 families wonen. In tegenstelling tot de meeste rieteilanden vlakbij Puno, wonen de bewoners hier nog echt en leven ze voornamelijk van de visvangst. Omdat het steeds lastiger wordt hiervan te rond te komen, de vispopulatie daalt jaarlijks, stellen ook zij zich open voor het toerisme.
De eilanden hebben door hun ligging en bouw een aparte sfeer. Je merkt bij de eerste stappen op het riet onmiddellijk dat er iets onder je voeten beweegt en het is grappig om zo op en neer te schommelen. Je krijgt van de Uros familie uitleg over hoe de eilanden gebouwd zijn en hoe ze nu en vroeger leefden. Ook zullen ze zelfgemaakte souvenirs te koop aanbieden.
Dan is het nog ruim twee uur varen naar Puno. Terwijl je de kust dichterbij ziet komen worden de schaduwen van de bergen om het meer steeds groter. In Puno kun je de dag afsluiten met een specialiteit van de streek: pollo a la plancha. Kleine kiprestaurantjes vind je op iedere hoek van de straat. Voor een paar dollar heb je gegeten en gedronken. Het nachtleven van Puno stelt niet veel voor. Rozig van zon en water kruip je waarschijnlijk bijtijds onder de dekens.
Dag 3 – Puno vertrek
Na je ontbijt check je uit en eindigt deze bouwsteen.
Nog niet uitgevaren en gaat je reis verder naar Bolivia? Dan is er een rechtstreekse busverbinding naar La Paz (circa acht uur). Leuker is het onderweg een nacht te slapen in het bedevaartstadje Copacabana. Kijk hier voor meer bouwstenen die Peru met Bolivia combineren.
Heb je wat minder tijd en blijf je in Peru, dan kun je vanuit hier naar Cusco en Machu Picchu reizen. We boeken het liefst de comfortabele expressbus die je in ongeveer zes uur naar Cusco doet.