Chefchaouen: witte plaza’s, blauwe medina’s
Bouwsteen✓ Chefchouen en Asilah is een kleine omweg en past beter in de route bij een reis van langer dan twee weken
✓ Wandel met een privé gids door het Rifgebergte
Dag 1 – Chefchaouen Marokko
Na je bezoek aan Fes haal je de auto op bij de verhuurmaatschappij. Zelf rijden in Marokko is echt ideaal, de wegen zijn prima en het geeft je alle vrijheid. Na wat gewirwar door de drukke straten van Fes kom je al snel op de rustigere hoofdweg richting Chefchaouen. Het is ongeveer drie uur rijden naar dit pittoreske stadje. Wij vonden de weg via het plaatsje Ketama, via vlaktes bedekt met cederbossen en bergtoppen, erg mooi. Af en toe word je opgehouden door een kudde geiten die vluchtig oversteekt. Vanuit het groene heuvellandschap doemen in de verte de reusachtige rotsformaties van de Jabal Tidiquin op. Dit is de hoogste berg van het rifgebergte en we raden je aan hier een tussenstop te maken om van het uitzicht en de frisse berglucht te genieten.
Vanaf de groene heuvels zie je het tegen de bergen aangebouwde blauwe stadje Chefchaouen, kortweg Chaouen voor Marokkanen. Het plaatsje dankt haar naam aan de hoge bergtoppen die boven de stad uitsteken en op de horens van een geit lijken. Je overnacht vanavond in een sfeervolle riad die net buiten het centrum ligt. Je kunt de auto vlakbij parkeren bij een nabij gelegen parkeerplaats. Dit kost slechts enkele dirhams.
Na het parkeren loop je richting de ingang van je accommodatie. Je kamer is niet zo groot maar wel kleurrijk en gezellig ingericht. Hier en daar vind je nisjes met zachte banken vol kussens in alle kleuren waar je kunt ontspannen. Vanaf je dakterras heb je een weids uitzicht over het stadje. In de middag kun je een boekje lezen op het dakterras van je riad of een vers gezet kopje muntthee drinken op een terrasje op het grote plein.
Dag 2 – Chefchaouen, wandeling inclusief picknick met een privégids
Vandaag dwaal je samen met je privé gids door de smalle blauwe straten van de medina. Omdat hij de omgeving goed kent, kan hij je veel vertellen over het dagelijkse leven. Je passeert fruitmarkten, kruidenstalletjes, en kleurrijke winkels. De Spaanse straatnamen herinneren aan de tijd dat Spanje over dit plaatsje heerste. Met wat Spaanse woorden kun je hier goed uit de voeten. De nauwe straten komen bij elkaar op het grote plein waar vandaan je de hoge bergen goed kunt zien. Je volgt vervolgens de rivier tot net buiten de stadsmuren. Hier doen vrouwen de was en worden de nieuwtjes van de dag besproken.
Dan trek je verder de bergen in. Je passeert onderweg boerderijen en riviertjes. Het is heerlijk rustig, want auto’s kunnen hier niet zo gemakkelijk komen. De berbers wonen hier in kleine dorpen waar de huizen met platte daken zijn gebouwd van grote keien. In de middag picknick je op de bergweide terwijl je neerkijkt op de uitgestrekte vallei. De wandeling eindigt in een klein dorp, waar mannen bij elkaar in de schaduw van hun muntthee nippen en kinderen op straat spelen. Hier word je met een jeep opgehaald en teruggebracht naar je riad. ’s Avonds kun je de plaatselijke specialiteit bissara proberen, een puree van gedroogde bonen.
Dag 3 – Chefchaouen – Asilah
Deze ochtend reis je naar Asilah. Na zo’n drie uur rijden heb je het gevoel in een Grieks vissersplaatsje te zijn beland. Wat gelijk opvalt wanneer je Asilah binnenrijdt is hoe uitzonderlijk schoon dit plaatsje is. Een leuk weetje, de burgemeester van Asilah heeft als doel het stadje even schoon te maken als Zwitserland, wat uitzonderlijk is in Marokko. Brede boulevards met aan beide zijden palmbomen bepalen het straatbeeld.
Asilah staat ook wel bekend als het ‘witte stadje’. Het lijkt er op dat de Marokkanen elk jaar braaf met de witte kwast aan de slag gaan, want de huizen zijn hier spierwit. Dit vissersplaatsje heeft Spaanse maar ook Portugeese invloeden. Dit zie je vaak terug op de menukaart van de leuke visrestaurantjes waar traditionele Spaanse gerechten zoals paella geserveerd worden.
Bij aankomst zoek je een plekje op een van de parkeerplaatsen. Asilah is een kleine kustplaats dus je auto staat nooit ver weg. Ook hier regel je weer iemand met een duwkar om je bagage naar je riad te brengen. Deze ligt net binnen de stadsmuur voorbij Bab Homar. Je riad is in Marokkaanse stijl ingericht en elke kamer heeft een andere kleur. Vanaf het terras, waar in de ochtend ook het ontbijt wordt geserveerd, kijk je uit over de zee.
In de middag heb je alle tijd om een boekje te lezen op het strand of om een duik te nemen in de oceaan. Steek de straat over en je vindt hier al gelijk een strand. In de zomerperiode is dit strand minder aanlokkelijk vanwege het lawaai van de dichtbij gelegen weg. We vonden een kleiner en rustiger strand ten zuiden van Asilah. Je loopt er in ongeveer vijftien minuten heen langs de witte stadsmuren. Paradise beach doet zijn naam eer aan, want dit is een fijn plekje voor zonaanbidders. ’s Avonds heb je ruime keus aan gezellige restaurantjes. Naast traditionele Marokkaanse gerechten wordt hier ook paella geserveerd.
Dag 4 – Asilah
De ochtend gebruikten wij om de ommuurde medina te verkennen, die omringd is door tientallen palmbomen. Wanneer je de deur van je riad uitstapt kom je in een wirwar van nauwe witte straatjes terecht. Omdat Asilah klein is, struin je hier gemakkelijk zelf rond. Dat dit plaatsje vele kunstenaars aantrekt zie je terug aan de talloze muurschilderingen welke veelal worden geschilderd tijdens het ‘internationale festival’ dat ieder jaar in augustus plaatsvindt.
Naast het strand kun je ook een bezoek brengen aan de vele historische bezienswaardigheden die in de omgeving van Asilah gelegen zijn. Neem bijvoorbeeld een kijkje bij de Romeinse overblijfselen in Lixus. Deze voormalige nederzetting werd in de 12e eeuw voor Christus gesticht door de Phoeniciërs. Je vindt hier overblijfselen, zoals het enige Romeinse theater in Marokko.
Dag 5 – Vertrek uit Asilah
Na je ontbijt van dadels, vijgen en Marokkaanse pannenkoekjes neem je afscheid van het schilderachtige vissersplaatsje Asilah en reis je via de ruïnes van Volubilis naar koningsstad Meknes. Volubilis is de meest afgelegen stad van het voormalige Romeinse Rijk. Je ziet hier immense zuilen en kleurrijke mozaïeken. Wanneer je voor deze bouwsteen de noordelijke koningssteden wilt bezoeken passen we de bouwsteen ‘Achter de poortjes van de koningssteden‘ hierop aan. Meknes is de kleinste koningsstad met mooie stadspoorten en overdekte souks. Deze stad is een goed uitgangspunt om verder te reizen naar de woestijn. Met de bouwsteen ‘Karavaan naar de woestijnduinen‘ slof je per kameel over de duinheuvels en overnacht je in de woestijn in een bedoeïenentent.