Verscholen baaien op pelgrimseiland Tinos
Bouwsteen✓ Typisch Griekse dorpen waar je het traditionele leven proeft
✓ Wandeltochten over de rotsen en langs de kustlijn
Dag 1 – Aankomst op pelgrimseiland Tinos
De ferry brengt je naar Tinos-stad, een gemoedelijk plaatsje waar het centrum zich rond de haven buigt. Hier vind je genoeg restaurants en cafés met uitzicht op de dobberende bootjes. Je neemt bij aankomst zelf een taxi (ca. € 10,-) naar de rand van de stad of wandelt naar je hotel. Het zandstrand van Agios Fokas ligt op ongeveer een kwartiertje wandelen, terwijl het oude centrum op een steenworp afstand ligt. In de schaduw van de bomen in de tuin bij je accommodatie is het heerlijk opstarten met een kopje koffie of spring in het kleine zwembad om af te koelen.
Hoewel Tinos als vakantie-eiland nog onontdekt is, weten bedevaartgangers het al eeuwenlang te vinden. In Tinos-stad staat de Panagia Evangelistria, de kerk waar halverwege augustus vele pelgrims naartoe trekken. Ze betreden de kerk op hun knieën: de rode loper heeft er slijtplekken van. De hele stad is eigenlijk een openluchtkerk. Overal zie je Mariabeelden en ruik je wierook. Houten tafeltjes en stoelen staan op de stoep van de smalle straten. Genoeg plekken voor een Griekse lunch, maar schiet je geheugenkaart nog niet helemaal vol: je gaat op Tinos dorpen zien die nog veel mooiere foto’s opleveren.
Dag 2 & 3 – Wandelen op Tinos
Hoewel Tinos minder groen is dan buureiland Andros, kun je ook hier prachtige wandeltochten maken. We hebben een route voor je klaargezet in een app. Over de ruige en rotsige bergen moet je soms flinke stappen nemen, maar daar krijg je iets voor terug: uitzichten over de kustlijn, met kleine baaitjes en dorpjes, tegen de bergflanken gebouwd. Onderweg kom je de ‘duivenhuisjes’ tegen die typerend zijn voor Tinos. Rijkversierde, blokachtige gebouwtjes, waar ooit duiven werden gefokt. Lopend door de dorpjes van Tinos kregen we het gevoel dat alle foto’s van reisbrochures voor Griekenland, op dit eiland zijn genomen: een al wit gestucte huisjes met blauwe luiken, trappetjes met een slapende poes erop en smalle stegen die overgroeid zijn met bougainville. Pyrgos is misschien wel het mooiste dorp op Tinos. Je kunt dit dorp zien tijdens een rondwandeling over ezelsweggetjes vanuit Ormos. Als je van het centrum wegwandelt, lukraak een straatje in, ben je al snel helemaal alleen in dit fotogenieke plaatsje.
Zin in strand? Genoeg mooie plekjes aan zee, op Tinos. Blijf hiervoor aan de zuidkant van het eiland: aan de noordkust is de meltemi (de stevige, droge wind in dit gebied) het sterkst. De stranden op Tinos zijn rustig: niet volgebouwd met strandbedjes, geen harde muziek. In kleine baaien heb je de zee voor jou alleen. Agios Markos, bijvoorbeeld: een rotsachtig strand, met kristalhelder water. Omgeven door rotsen, dus beschut van de wind. Het ligt op drie kwartier lopen van je hotel, maar je kunt natuurlijk ook een taxi nemen. Andere mooie stranden zijn die van Agios Fokas en Agios Sostis.
Dag 4 – vertrek uit Tinos
Vandaag neem je afscheid van Tinos en pak je weer de ferry. Van Tinos reis je makkelijk naar Andros, Naxos of terug naar Athene. Wil je liever nog wat langer blijven? Dan kunnen we natuurlijk je verblijf verlengen. Die extra dag kun je gebruiken om een uitstapje te maken naar het eiland Mykonos, op slechts twintig minuten met de boot. Laat het ons gerust weten als we dit voor je kunnen regelen.
Benieuwd hoe je Tinos kunt combineren met andere eilanden, inclusief ferry’s? Kijk dan eens bij onze rondreis Eigenwijs eilandhoppen.