Neusapen en rotskusten van Bako
BouwsteenDe smalle paden nemen je mee door het oerwoud van Bako National Park en brengen je naar kleine en verlaten tropische strandjes waar je een verkoelende duik kunt nemen. Droog na je duik op in de zon en geniet van de intrigerende rotsen op het strand.
Dag 1 – Kuching – Borneo Bako National Park
In de ochtend word je opgehaald in je hotel in Kuching en rijd je de stad uit. Na ongeveer veertig minuutjes kom je aan in het kleine, op palen gebouwde dorpje Kampung Bako dat de naam al verraadt van je uiteindelijke bestemming: Bako National Park. Een van de eerste dingen die je meteen zal opvallen zijn de bizare rotsformaties die trots in de branding staan. Met een bootje zoef je langs de rotscreaties en koers je in een klein half uurtje naar het mangrovebos. “We’re almost there”, roept onze schipper. Je begint bijna te twijfelen aan je eigen ogen, want je ziet niets wat op een ingang van een nationaal park lijkt. Dan manoeuvreert de schipper zich behendig door de mangroven en plots zie je een aanlegsteiger.
Je begeeft je midden in de jungle en wordt omgeven door bijzondere bomen en tropische planten en in de verte hoor je wat (neus)aapjes krijsen. Bij ‘Park Headquarters’ vul je je persoonlijke gegevens in en kun je onder het genot van een verfrissend drankje een video bekijken over het park en zijn inwoners: langstaart makaken, silverleaf monkeys, beren en kleine hertensoorten. De meest prominente bewoner is de wereldberoemde Proboscis monkey, die alleen op Borneo voorkomt. De locals noemen deze aap ook wel ‘Monyet Belanda’, oftewel Hollandse aap, gezien zijn gelijkenis met onze landgenoten die hier het eerste voet aan wal hebben gezet op zoek naar kruiden en specerijen. Samen met een gids trek je dieper de jungle in. In de namiddag kun je lekker langs het mooie strand struinen en de zon richting de horizon zien kruipen. Je overnacht in een eenvoudig hutje aan de rand van de jungle waar je wordt omringd door oerwoudgeluiden.
Dag 2 – Bako National Park – Kuching
Wil je veel neusapen en andere dieren zien, dan kun je het beste vroeg op staan en na een lekker ontbijtje één van de routes uitkiezen en op verkenningstocht gaan. De kortste is de steile klim naar de top van de Tanjong Sapi, waar je een mooi uitzicht hebt. De meest populaire is de pittige 3,5 km trek naar de Tajor waterval. De paden kunnen soms een beetje glibberig zijn, dus het is handig om goede schoenen aan te trekken. Je loopt dwars door de jungle. Het bladerdak, hoog boven je hoofd, ritstelt en er dwarrelen wat bladeren naar beneden. Een stel jonge apen springen al krijsend, behendig van tak naar tak. Het pad vertakt naar rechts en plots sta je op een tropisch en verlaten strandje waar wat aapjes in de weer zijn om een ontbijtje te verzamelen. De helderblauwe zee lonkt en is een heerlijke verkoeling na de klamme vochtigheid van het oerwoud. Na een frisse duik trek je het woud weer in en onderweg word je gadegeslagen door nieuwsgierige makaken. Afhankelijk van je route kom je in de middag of namiddag weer terug bij de ‘park headquarters’ waar je kunt lunchen. De boot brengt je vervolgens, door het mangrovebos, terug naar het dorpje kampung Bako waar de bus je terug brengt naar de bewoonde wereld van Kuching.
Ben je na afloop van deze bouwsteen nog niet uitgekeken op het indrukwekkende Sarawak dan is het mogelijk om door te reizen naar de Iban stam voor de bouwsteen Thuis bij de koppensnellers. Als je even wilt opladen in de stad dan is Kuching een fijne plek om even bij te komen.