5x Waarom Albanië bovenaan je bucketlist hoort te staan

Albanië is demografisch één van de jongste landen van Europa. Dit zie je terug in de vele koffietentjes en terrassen in de grotere steden. Trots en optimistisch wordt door hen naar de toekomst gekeken. De ouderen zijn door het verleden iets gereserveerder, maar met een vriendelijk “pershendetje” en “faleminderit” – hallo en dankjewel – heb je bij velen het ijs al snel gebroken. Vanaf dan is het met handen en voeten communiceren, soms bellen ze hun zoon of dochter om hun telefonische tolk te zijn. Je wordt altijd enorm hartelijk ontvangen en ze geven je wat ze op dat moment voor handen hebben. Walnotenpasta uit Përmët, kaneelcake uit Himarë of een zak met appels uit Theth.

Wist je dat jaren terug wandelaars in de Albanese Alpen gratis mochten verblijven en eten bij mensen thuis? Toen de regio steeds populairder werd, vonden de bewoners in de bergen het moeilijk om geld te vragen voor hun guest house. Inmiddels betaal je net als overal voor je verblijf, maar staat een uitgebreid diner met huisgemaakte wijn of rakia voor je klaar in een warme eetkamer.

Een reis naar Albanië is niet compleet naar de Ottomaanse steden Berat en Gjirokastër. Hier vind je het typische Ottomaanse straatbeeld, historische bazaars en villa’s van de Ottomaanse adel.

Het Ottomaanse rijk heeft meer dan 500 jaar geregeerd over Albanië en dat heeft zichtbaar zijn sporen achtergelaten. Overal in het land torenen de minaretten van de moskeeën boven de steden en dorpen uit en zijn witte huizen met oranje daken tegen de bergen opgebouwd. Bezoek ook zeker een van de bazaars waar de geuren van kruiden, noten en peulvruchten je al tegemoet komen. Dé ingrediënten voor typische Ottomaanse gerechten.

Voor iedereen die van wandelen en natuur houdt zijn de Albanese Alpen een waar paradijs. Misschien komen de bekende bergdorpen Theth en Valbonë je wel bekend voor. Beide liggen in twee verschillende valleien en worden gescheiden door een bergpas van bijna 2000 meter hoog. Wandel over kronkelende wegen langs guesthouses en boerderijen en zie steile bergtoppen uit de grond rijzen. Het leven is hier rustig en simpel, maar juist dat is de aantrekkingskracht. Theth en Valbonë zijn ook onderdeel van een langeafstandsroute ‘Peaks of the Balkan’, waar je door Montenegro, Kosovo en Albanië wandelt van bergdorp naar bergdorp.

Misschien denk je niet direct aan witte stranden bij Albanië, maar niets is minder waard. Albanië heeft een lange, ruige kust vol met verborgen baaien en stranden. Zeker langs de Albanese Rivièra kun je als strandliefhebber je hart ophalen. Plaatsen als Dhërmi, Himarë en Ksamil worden zomers dan misschien drukbezocht, er zijn tal van afgelegen strandjes waar je heen kunt lopen om in alle rust een dagje strand te pakken aan de azuurblauwe zee. Wat we zelf geweldig vinden aan deze regio is dat je naast de stranden ook nog genoeg te doen hebt.

Wat dacht je van de historische dorpen die in de bergen boven de stranden liggen, zoals Dhërmi en Queparo? Wij zien hier wel potentiële Instagram-kiekjes gemaakt worden. Smalle straatjes, mooie kerktorens en interessante kloosters genoeg. Beklim vooral de straten van Dhërmi voor een prachtig uitzicht en om de eeuwenoude fresco’s te zien in het klooster dat boven het dorp uit torent. Bij Ksamil ligt het Butrint archeologische centrum, een oude Griekse stad met wachttorens, een paleis, tempels en 1500 jaar oude mozaïeken.

Het platteland is in Albanië nog altijd vrij prominent aanwezig. Vooral in de regio van Përmët en het Ohridmeer zie je dit terug. Denk aan veel kleinschalige boerderijen met kippen, schapenherders, mannen die hun geiten in de dorpen uitlaten en het gebruik van lokale producten, zoals de eerder genoemde walnotenpasta uit Përmët en huisgemaakte wijnen of rakia’s. Juist in deze gebieden vind je heel weinig andere toeristen, die trekken eerder naar de andere hoogtepunten, maar des te meer reden dat het platteland misschien wel de grootste verrassing gaat zijn van je reis.

Wil je wat rust toevoegen aan je rondreis door Albanië, dan voeg je bijvoorbeeld een boerderijverblijf in Këlcyrë toe of overnacht je in een guesthouse langs het Ohridmeer in Lin.

De beste reistijd voor Albanië is mei t/m september, waarbij je er rekening mee moet houden dat de warmste maanden juli en augustus zijn. Ieder seizoen heeft zijn eigen charme. Zo geniet je in de zomer van de warmte en vele zonuren, en staan in het voorjaar de appel en kersenbomen in volle bloei. Ook in september en oktober is het klimaat aangenaam. Het is er dan een stuk rustiger en de zee is nog aangenaam warm. Wil je gaan wandelen in de bergen, dan kan er in het voor en najaar sneeuw liggen.